Verbintenissenrecht – Staalbankiers/Elko Management ECLI:NL:HR:2011:BO7122, NJ
2011/167)

  • Datum: 28 januari 2011

  • Rechtbankniveau: Hoge Raad

  • Rechtsgebied: Verbintenissenrecht

  • Wetsartikelen: Art. 2:180 lid 2 sub a Bw

Casus

Staalbankiers is in 2002 met EDG Beheer BV een kredietovereenkomst overeengekomen. In 2004 gaat EDG Beheer BV failliet. Staalbankiers vordert betaling van de restschuld van Elko (statutair bestuurster van EDG Beheer), dit op grond van art. 2:180 lid 2 aanhef en sub a BW. Staalbankiers stelt dat Elko hoofdelijk aansprakelijk is voor de voldoening van de schuld, aangezien EDG Beheer pas na de kredietovereenkomst in het handelsregister is ingeschreven.

Rechtsvraag

Moet art. 2:180 lid 2 sub a BW buiten toepassing worden gelaten naar redelijkheid en billijkheid als het gaat om de kredietovereenkomst?

Overweging

Art. 2:180 lid 2 sub a BW strekt tot de bescherming van partijen die met de vennootschap handelen op het moment dat de vennootschap nog niet is ingeschreven in het handelsregister en dient het belang dat bestuurders zich houden aan de inschrijvingsplicht. Ondanks dat art. 2:180 lid 2 sub a BW dwingend recht is, is het belang dat gediend wordt niet van zo’n fundamentele aard dat deze regel altijd zal moeten worden toegepast door de rechter. De redelijkheid en billijkheid kunnen een regel van dwingend recht corrigeren, indien dit juist gemotiveerd wordt. In casu is het mogelijk dat er minder gewicht wordt toegerekend aan het artikel.

Rechtsregel

De redelijkheid en billijkheid kunnen een derogerende werking hebben en een regel van dwingend recht corrigeren.