Verbintenissenrecht – Parkeerexploitatie Amsterdam ECLI:NL:HR:2000:AA5401

  • Datum: 7 april 2000

  • Rechtbankniveau: Hoge Raad

  • Rechtsgebied: Verbintenissenrecht

  • Wetsartikelen: 3:40 lid 3 BW, 6 en 14 Wegenwet

Casus

Parkeerexploitatie en de gemeente Amsterdam gaan een huurovereenkomst aan, zodat Parkeerexploitatie op het openbare parkeerterrein voor het Concertgebouw betaald en beheerd parkeren zou kunnen invoeren. In de Wegenwet is echter vastgelegd dat het afsluiten van een openbaar gebied verboden is. De exploitatie werd uitgesteld, omdat verschillende bedrijven bezwaren bij de gemeente hadden ingediend. Voor dit uitstel heeft Parkeerexploitatie een schadevergoeding gekregen. Een tijd later geeft de gemeente aan Parkeerexploitatie te kennen, dat zij definitief afzien van het betaald parkeren. Parkeerexploitatie stelt de gemeente aansprakelijk voor haar geleden schade en vordert een vergoeding van de gederfde winst.

Rechtsvraag

Heeft Parkeerexploitatie recht op een vergoeding van de gemeente voor gederfde winst?

Oordeel

De kantonrechter stelde dat de huurovereenkomst nietig was wegens strijd met de dwingende bepalingen van de Wegenwet en dat Parkeerexploitatie derhalve geen recht heeft op vergoeding van gederfde winst. De rechtbank overwoog dat de huurovereenkomst nietig is wegens strijd met de openbare orde, omdat het gebruik van de openbare weg beperkt zou worden, en in de Wegenwet is vastgesteld dat de onbeperkte toegankelijkheid van openbare wegen zoveel mogelijk gewaarborgd moet worden. De Hoge Raad komt ook tot het oordeel dat de overeenkomst nietig is wegens strijd met de openbare orde, derhalve heeft Parkeerexploitatie geen recht op een vergoeding van de gemeente voor gederfde winst.

Rechtsregel

Indien de volledige overeenkomst in strijd met de openbare orde is, leidt dit tot volledige nietigheid.