Strafrecht – Vlinderbom ECLI:NL:HR:2009:BK3356

  • Datum: 22 december 2009

  • Rechtbankniveau: Hoge Raad

  • Rechtsgebied: Strafrecht

  • Wetsartikelen: /

Feiten

De verdachte stond met een aantal vrienden te wachten op het station van Akkrum. Eén van de vrienden heeft toen een vlinderbom gepakt en deze in de kaartjesautomaat gegooid, waardoor deze vernield is. Tevens heeft de verdachte zich samen met zijn vrienden in het centrum van Akkrum bevonden. Ook hier heeft één van de vrienden een vlinderbom gegooid, deze keer in de dakgoot van een fysiotherapie gebouw. Als gevolg hiervan is er een gat in de dakgoot ontstaan. De verdachte is ten laste gelegd dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van de beide vernielingen.

Rechtsvraag

Was er in casu sprake van medeplegen?

Oordeel lagere rechter

Het Hof heeft overwogen dat de verdachte zich willens en wetens in een situatie heeft begeven waarvan hij wist of in ieder geval kon weten dat schade en overlast zou ontstaan. Verdachte heeft ingestemd met en is aanwezig geweest bij de vernielingen. Daarom kan de verdachte als medepleger worden gekwalificeerd.

Oordeel Hoge Raad

De Hoge Raad overweegt dat uit de bewijsmiddelen niet zonder meer kan volgen dat de verdachte telkens zo bewust en nauw met een ander heeft samengewerkt dat sprake is van medeplegen. Het louter aanwezig zijn bij en het zich niet distantiëren van een door een ander gepleegde vernieling, alsmede het louter instemmen met die vernieling, is namelijk ieder voor zich en in onderlinge samenhang bezien onvoldoende om medeplegen aan te nemen.