Strafrecht – Tongzoen I ECLI:NL:HR:1998:ZD1026

  • Datum: 21 april 1998

  • Rechtbankniveau: Hoge Raad

  • Rechtsgebied: Strafrecht

  • Wetsartikelen: 242 Sr

Feiten

Verdachte heeft rond 16 of 17 oktober het slachtoffer gedwongen tot een tongzoen. Hij wordt verdacht van verkrachting in de zin van artikel 242 Sr.

Rechtsvraag

Kan een (gedwongen) tongzoen aangemerkt worden als seksueel binnendringen als in artikel 242 Sr en dus aangemerkt worden als verkrachting?

Hoge Raad

Het hof oordeelde dat een tongzoen wel als “seksueel binnendringen” gezien kan worden en dat er in de casus dus sprake was van verkrachting. De Hoge Raad gaat hier op basis van de wetsgeschiedenis mee akkoord.

“De vraag kan worden gesteld of voor wat het toepassingsbereik van die bepaling betreft niettemin een uitzondering moet worden gemaakt voor die gevallen waarin de wijze waarop het lichaam is binnengedrongen objectief niet op één lijn kan worden gesteld met het binnendringen met een lichaamsdeel in anus of vagina. Die vraag moet ontkennend worden beantwoord. Naar volgt uit een eerder genoemde arrest van de Hoge Raad dwingt de wetsgeschiedenis tot de opvatting dat de wetgever voor wat de toepassing van artikel 242 Sr betreft geen beperking heeft willen aanbrengen in de wijze waarop het lichaam is binnengedrongen”.

Rechtsregel

Een tongzoen kan, mede gelet op de wetsgeschiedenis, aangemerkt worden als “seksueel binnendringen” als in artikel 242 Sr en kan dus gezien worden als verkrachting. De Hoge Raad is hier in het volgende arrest echter op teruggekomen.