Strafrecht – Plastic boodschappentasje ECLI:NLHR:1981:AC7336

  • Datum: 29 september 1981

  • Rechtbankniveau: Hoge Raad

  • Rechtsgebied: Strafrecht

  • Wetsartikelen: Art. 27 Sr

Casus

Er liep een man op straat en hij had in zijn hand een plastic boodschappentasje. De politie dacht hem te herkennen en sprak hem uiteindelijk aan. Op de vraag wat er in zijn plastic boodschappentasje zat, antwoordde hij dat er boeken in zaten, maar dat hij deze wel gestolen had. Hierdoor werd hij door de agenten aangemerkt als verdachte en werd om deze reden dan ook aangehouden. De man was het hier echter niet mee eens, omdat hij vond dat zijn verklaring geen bewijs is. Van tevoren was hem namelijk geen cautie gegeven.

Rechtsvraag

Hadden de agenten voordat ze de vragen aan de man gingen stellen, eerst de cautie moeten geven?

Hoge Raad

Door het hof was de verdachte veroordeeld voor diefstal. Vervolgens zegt de Hoge Raad dat de verdachte op het moment dat de vragen gesteld werden door de agenten, nog niet gezien werd als verdachte. Dit in de zin van artikel 27 Sr. Pas wanneer de verdachte de tweede vraag beantwoordt en aangeeft dat hij de boeken heeft gestolen, wordt de man als verdachte gezien. De verklaringen die hij heeft gedaan over de gestolen boeken heeft hij dus gedaan voordat de agenten hem als verdachte zien