Strafrecht – Overzicht getuigen ECLI:NL:HR:2014:1496

  • Datum: 1 juli 2014

  • Rechtbankniveau: Hoge Raad

  • Rechtsgebied: Strafrecht

  • Wetsartikelen: Art. 328 Sv, art. 331 lid 1 Sv en art. 315 Sv

Casus

De verdachte is betrokken geweest bij een ongeval waarbij schade of letsel aan een ander is toegebracht. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld. Zijn raadsman had bij appelschriftuur een zestal getuigen opgegeven. De raadsman heeft bij de Rechtbank Amsterdam verzocht om de genoemde personen toe te voegen aan de al opgegeven getuigen. Het Hof heeft dit verzoek afgewezen omdat het niet noodzakelijk zou zijn.

Rechtsvraag

Heeft het Hof het verzoek tot het horen van de getuigen mogen afwijzen?

Hoge Raad

Het Hof heeft het verhoor van bedoelde getuigen als niet noodzakelijk geacht en daarom het verzoek afgewezen. Het geschorste onderzoek is ter terechtzitting opnieuw aangevangen, omdat sprake was van een gewijzigde samenstelling van het hof. Op die terechtzitting is niet door de verdachte verzocht om de genoemde personen op te roepen als getuigen.

Daarom is dit ook achterwege gebleven. De afwijzende beslissing van het hof is een beslissing op grond van art. 328 en 331 lid 1 Sv, in verbinding met art. 315 Sv. Deze bepalingen zijn krachtens art. 415 Sv ook in hoger beroep van toepassing. Art. 322 lid 4 Sv heeft op de beslissing geen betrekking.
De brief met het verzoek tot oproeping van getuigen aan de rechtbank is geen appelschriftuur, er behoeft dus niet te worden beslist door de Advocaat-Generaal of het hof.