Strafrecht – Bijlmer noodweer ECLI:NL:HR:1984:AC8567

  • Datum: 23 oktober 1984

  • Rechtbankniveau: Hoge Raad

  • Rechtsgebied: Strafrecht

  • Wetsartikelen: Art. 41 Sr

Feiten

Verdachte woonde in een flatcomplex en was in deze buurt al meerdere malen beroofd. Verdachte had daarom een illegaal pistool aangeschaft ter verdediging en daarnaast had verdachte ook ervaring opgedaan met het pistool.. Wanneer verdachte op een avond op de lift stond te wachten kwamen twee mannen tevoorschijn wie een poging deden haar te beroven. Één van de twee greep de vrouw vast en bedreigde haar met een mes terwijl de andere naar haar tas probeerde te grijpen. Verdachte pakte het pistool uit haar jas en loste een waarschuwingsschot. Wanneer dit de twee mannen geen schrik aan deed loste verdachte nogmaals een schot waarna één van de twee mannen werd geraakt. Alsnog probeerde de andere man de tas van verdachte weg te nemen. Verdachte loste een schot en de andere man werd geraakt in zijn borst. Hij overleed aan zijn verwondingen.

Rechtsvraag

Kan verdachte een beroep doen op noodweer, dan wel noodweer-exces gezien het in bezit zijn van een illegaal vuurwapen?

Overweging

Het beroep op noodweer/exces werd gehonoreerd. Er werd overwogen dat alhoewel verdachte ervaring had met een vuurwapen en derhalve het slachtoffer in minder vitale delen had kunnen raken, er sprake was van een hevige gemoedsbeweging veroorzaakt door de overval. Het in bezit zijn van een illegaal vuurwapen doet in dit geval niet af aan de mogelijkheid beroep te doen op noodweer-exces, omdat vanwege de ernst van de situatie vuurwapengebruik was geoorloofd.

Rechtsregel

Het feit dat iemand tijdens de verdediging van zijn lijf een illegaal pistool bezit, staat een geslaagd beroep op noodweer of noodweer-exces niet in de weg.