Privaatrecht – Uitslag/Wolterink ECLI:NL:HR:1997:ZC2491

  • Datum: 14 november 1997

  • Rechtbankniveau: Hoge Raad

  • Rechtsgebied: Privaatrecht

  • Wetsartikelen: Art. 3:86 lid 3 BW

Casus

Uitslag koopt in september 1992 een caravan van Wolterink. Wolterink had de caravan hiervoor gekocht van Koster Caravans, een onderneming in tweedehands caravans. Achteraf blijkt dat de caravan is gestolen. De caravan wordt door de verzekering van de toenmalige eigenaar bij Uitslag opgeëist. Uistlag werkt mee en besluit vervolgens om de overeenkomst met Wolterink te ontbinden. Daarnaast vordert hij een schadevergoeding van Wolterink, omdat Wolterink is tekortgeschoten in zijn verplichting om eigendom te verschaffen. Wolterink beroept zich op derdenbescherming op grond van art. 3:86 lid 3 sub a BW.

Rechtsvraag

Kan Wolterink zich beroepen op de bescherming van art. 3:86 lid 3 BW?

Rechtsregel

Het enkele feit dat de caravan niet duurzaam met de grond was verenigd, is onvoldoende om geen bescherming op grond van art. 3:86 lid 3 toe te kennen.

Rechtsoverwegingen

Er bestond geen reden voor Wolterink om er niet op te mogen vertrouwen dat het hier ging om een normale handel waarbij geen gestolen zaken behoefden te worden verwacht. Wat onder bedrijfsruimte mag worden opgevat verschilt per zaak. Het enkele feit dat de caravan niet duurzaam met de grond was verenigd, is niet voldoende om de bescherming van art. 3:86 lid 3 BW te ontkennen. In casu kan bescherming worden aangenomen, omdat rekening houdende met de omstandigheden van het geval, de caravan gelijk moet worden gesteld met een onroerende zaak.