Privaatrecht – Tandarts ECLI:NL:HR:1958:AG2051
Datum: 17 januari 1958
Rechtbankniveau: Hoge Raad
Rechtsgebied: Privaatrecht
Wetsartikelen: Art. 6:162 BW en art. 6:163 BW
Casus
Een tandarts, Tandarts Dorenbos, werkte zonder een vergunning. Volgens de wet is het echter wel verplicht om met een vergunning te werken, om je beroep uit te kunnen oefenen. Dit had als doel het beschermen van patiënten tegen onbekwame tandartsen. Dorenbos is al enkele malen vervolgd wegens het uitoefenen van dit beroep zonder vergunning, desondanks werkt hij gewoon door. De andere tandartsen in Tilburg, die wel een vergunning bezitten, vorderen dat hij een verbod moet krijgen om zijn werkzaamheden als tandarts uit te oefenen, omdat hij jegens hen een onrechtmatige daad pleegt.
Rechtsvraag
Is er in casu sprake van een onrechtmatige daad van Dorenbos jegens de andere tandartsen?
Rechtbank en het Hof
De rechtbank wees de vordering van de tandartsen toe. Het hof wees deze vordering echter weer af, omdat de geschonden norm niet de tandartsen beoogt te beschermen, maar de patiënten. Er is dus geen sprake van een onrechtmatige daad van Dorenbos jegens de andere tandartsen.
Hoge Raad
De Hoge Raad stelde in deze zaak dat er niet is voldaan aan het relativiteitsvereiste en er dus op basis van de wettelijke norm geen sprake is van een onrechtmatige daad. De Hoge Raad stelde echter dat er wel sprake is van strijd met een ongeschreven verkeersnorm, wegens de correctie Langemeijer. Doordat Dorenbos zonder vergunning werkt, concurreert hij met de andere tandartsen en brengt hij hen voorzienbaar schade toe, nu die tandartsen wel de moeite hebben genomen om aan de wettelijke vereisten te voldoen. Bij een ongeschreven verkeersnorm is het relativiteitsvereiste niet van toepassing, derhalve is er sprake van een onrechtmatige daad.
Rechtsregel
In dit arrest komt duidelijk naar voren wat de relativiteitseis inhoudt. Er is enkel een verplichting tot schadevergoeding, indien de geschonden norm strekt ter bescherming van de schade zoals de benadeelde die heeft geleden. De geschonden norm moet de belangen van de benadeelde dus beogen te beschermen. Indien dit niet het geval is, is er niet aan de relativiteitseis voldaan.
De wet stelde destijds een vergunning verplicht voor tandartsen. Andere tandartsen kunnen de onbevoegde tandarts in principe niet aansprakelijk stellen wegens onrechtmatige daad. De vergunningsplicht was namelijk ingesteld om de patiënt te beschermen tegen onbekwame tandartsen, en niet om de broodwinning van bevoegde tandartsen te beschermen tegen concurrentie.
Let op! De correctie Langemeijer werd toegepast in dit Tandarts-arrest.