Privaatrecht – Simpson tegen Greenpeace ECLI:NL:HR:2007:BA2504
Datum: 29 juni 2007
Rechtbankniveau: Hoge Raad
Rechtsgebied: Privaatrecht
Wetsartikelen: Art. 7:668a BW
Casus
Simpson is in de periode tussen 1999 en 2001 drie arbeidsovereenkomsten aangegaan voor bepaalde tijd met een dochtermaatschappij van Greenpeace.
De laatste arbeidsovereenkomst zou aflopen op 30 november 2001, maar is volgens Greenpeace enkele maanden met wederzijds goedvinden beëindigd. Simpson meent dat er een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd is ontstaan en dat hij recht heft op loondoorbetaling.
Rechtsvraag
Is er een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd ontstaan tussen Simpson en Greenpeace?
Lagere rechters
De kantonrechter verklaart dat tussen partijen vanaf 1 april 2002 sprake was van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd en veroordeelt Greenpeace tot betaling van loon en vakantiegeld. De rechtbank en het Hof vernietigen dit vonnis.
Hoge Raad
De Hoge Raad betwist dat sprake is van een arbeidsovereenkomst van onbepaalde tijd. Als sprake is van een pauze van drie maanden tussen twee arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd (art. 7:668a BW), is dit geen schijnconstructie om het aangaan van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd te omzeilen.