Privaatrecht – Schook/Vergeer NJ 1988/679
Datum: 19 december 1987
Rechtbankniveau: Hoge Raad
Rechtsgebied: Privaatrecht
Wetsartikelen: /
Feiten
In casu huurt partij X een zaal ter uitoefening van bedrijfswerkzaamheden van partij Y. Tussen beide ontstaat de vraag of de gehuurde zaal kan worden aangemerkt als een bedrijfsruimte. Tijdens het proces bezoekt de rechter het pand om hier een oordeel over te kunnen vellen, dit is gebeurd zonder medeweten van de huurder. De rechter heeft zijn vonnis voornamelijk op basis van zijn bezoek aan het pand geschreven.
Rechtsvraag
Mogen feiten van niet-algemene bekendheid worden meegewogen in het oordeel van de rechtbank?
Hoge Raad
De Hoge Raad oordeelt dat het aan het rechterlijk oordeel ten grondslag leggen van feiten die niet van algemene bekendheid zijn, en tevens verkregen zijn door een niet-officiële bezichtiging, zich niet verdraagt met de wettelijke regeling van gerechtelijke plaatsopneming.