Privaatrecht – G-grond en verwijtbaarheid wg/wn ECLI:NL:PHR:2020:1196
Datum: 18 december 2020
Rechtbankniveau: Parket bij de Hoge Raad
Rechtsgebied: Privaatrecht
Wetsartikelen: Art. 7:699 lid 3 sub g BW
Casus
In deze casus speelt de vraag of voor de ontbinding wegens een verstoorde arbeidsverhouding in de zin van art. 7:669 lid 3 sub g BW de verwijtbaarheid van de werkgever of werknemer een vereiste is.
Rechtsvraag
Is de verwijtbaarheid een vereiste bij ontbinding wegens een verstoorde arbeidsverhouding?
Hoge Raad
De Hoge Raad heeft bepaald dat verwijtbaarheid geen vereiste is voor ontbinding wegens een verstoorde arbeidsverhouding in de zin van art. 7:669 lid 3 sub g BW. Het is niet vereist dat de werknemer een verwijt kan worden gemaakt. Ook kan de rechter de arbeidsovereenkomst ontbinden als de werkgever de verstoorde arbeidsverhouding heeft veroorzaakt. Kortom: de schuldvraag is geen onderdeel van de ontslaggrond.
Als de werkgever of werknemer verwijtbaar heeft gehandeld, kan de rechter dit wel meenemen bij de beoordeling of sprake is van een ernstig en duurzaam verstoorde arbeidsverhouding.