Bestuursrecht – Amsterdamse dakopbouw ECLI:NL:RVS:2019:1694
Datum: 19 mei 2019
Rechtbankniveau: ABRvS
Rechtsgebied: Bestuursrecht
Wetsartikelen: /
Feiten
Het college heeft onder oplegging van en dwangsom gelast een perceel, die strijdig was met de wet- en regelgeving, te verwijderen of alsnog een omgevingsvergunning hiervoor aan te vragen. Eerder was echter een inspecteur van de afdeling Bouw- en Woningtoezicht langs geweest bij het perceel, en had verklaard dat er geen vergunning nodig was om een dakterras te realiseren. Derhalve is deze zonder vergunning gerealiseerd.
Rechtsvraag
Dient het beroep op het vertrouwensbeginsel van de wederpartij gehonoreerd te worden?
Rechtsregel
De Afdeling geeft in deze uitspraak het vertrouwensbeginsel een andere vorm. Het vertrouwensbeginsel wordt vanaf nu getoetst met strakkere regels, in verschillende stappen;
1) Juridische kwalificatie van de uitlating/gedraging → wat heeft het vertrouwen gewekt?
– toezegging: wel bewuste standpuntbepaling?
– redelijk denkende burger (deze moet wel te goeder trouw zijn)
2) Toerekening aan het bevoegde bestuursorgaan → wat heeft het vertrouwen gewekt?
– burgerperspectief; de schijn van bevoegdheid
– is de persoon lid van het bevoegde bestuursorgaan?
– is het een ambtenaar?
– in de context: is die te goede trouw?
3) Honorering van het gerechtvaardigd vertrouwen?
– hiertoe dient een belangenafweging te worden gemaakt;
– belang van de betrokkene ← → algemeen belang/belangen van derden
– eventueel een schadevergoeding?