Privaatrecht – Breda/Antonius NJ 1992, 226
Datum: 5 oktober 1990
Rechtbankniveau: Hoge Raad
Rechtsgebied: Privaatrecht
Wetsartikelen: /
Feiten
Breda huurt Antonius in om bochten, rompen en ventures te maken en leveren. Hier worden door Breda specifieke eisen aan gesteld. Ook levert Breda het benodigde materiaal. Breda betaalt niet waardoor Antonius zich op een eigendomsvoorbehoud beroept. Breda is echter van mening dat dit niet opgaat, aangezien Antonius geen eigenaar was van de gevormde zaken omdat zij deze voor Breda heeft gevormd.
Rechtsvraag
Is er sprake van doen-vorming door Breda?
Overweging
Volgens de Hoge Raad is Breda eigenaar van de zaken als dit met het oog op de verkeersopvattingen uit de rechtsverhouding tussen Breda en Antonius voortvloeit. Het gaat hier om een industriële fabricage. Beslissend is dan wie de beslissende invloed had op de wijze van productie, de vorm van het product en wie het risico droeg als het product niet bruikbaar zou zijn.
Rechtsregel
Of er sprake is van doen-vorming bij industriële fabricage hangt af van de mate waarin een persoon over de productie en definitieve vorm kan beslissen en wie het risico draagt.