Verbintenissenrecht – Offringa/ Vinck & Rosberg ECLI:NL:HR:1998:ZC2629

  • Datum: 10 april 1998

  • Rechtbankniveau: Hoge Raad

  • Rechtsgebied: Verbintenissenrecht

  • Wetsartikelen: /

Casus

Tijdens een bezichtiging van een huis op Curaçao had de koper, Offringa, gezien dat er scheurvorming in de fundering van het huis was. Dit werd hem ook door de verkopers medegedeeld. Offringa ging er echter van uit dat het slechts kleine scheuren waren en hij heeft zelf verder geen onderzoek naar de scheuren verricht. De verkopers wisten dat het geen kleine scheuren waren, maar dat het dermate ernstige scheuren waren, dat de waarde van het huis ernstig was gedaald. Dit en het feit dat het herstellen van de scheuren erg duur zou worden, hebben zij dit Offringa echter niet medegedeeld. Na de bezichtiging werd de koopovereenkomst gesloten. Naderhand komt Offringa erachter hoe ernstig de scheuren zijn en derhalve beroept hij zich op dwaling en vordert hij vernietiging van de koopovereenkomst.

Rechtsvraag

Heeft de verkoper de mededelingsplicht geschonden als de koper de onderzoeksplicht heeft geschonden?

Hoge Raad

De Hoge Raad overwoog dat het enkele feit dat een partij haar onderzoeksplicht verzaakt, niet betekent dat dan ook de mededelingsplicht van de andere partij vervalt. Bij het beantwoorden van de vraag of een partij een mededelingsplicht heeft, moet er worden gekeken naar de omstandigheden van het geval. Maar moet ook in aanmerking worden genomen dat de mededelingsplicht er ook toe strekt om een onvoorzichtige koper bescherming te bieden tegen de nadelige gevolgen van een dwaling die is veroorzaakt door het verzwijgen van bepaalde gegevens door de andere partij. Dit is ook tevens de rechtsregel in dit arrest.