Privaatrecht – Kraaien en roeken NJ 1972/278
Datum: 10 maart 1972
Rechtbankniveau: Hoge Raad
Rechtsgebied: Privaatrecht
Wetsartikelen: 6:162 Bw
Casus
Lekkerkerker leed schade aan zijn boomgaard door de kraaien die de vuilstortplaats van Vermeulen aantrok. Het bedrijf van Vermeulen had echter gewoon een vergunning voor de vuilstortplaats. Volgens Vermeulen was daarom de hinder rechtmatig. Lekkerkerker stelde echter dat sprake was van een onrechtmatige daad jegens hem en hij vorderde schadevergoeding.
Rechtsvraag
Is de hinder rechtmatig of kan hij gezien worden als een onrechtmatige daad jegens Lekkerkerker?
Overweging
Activiteiten die tot hinder leiden zonder enige rechtvaardiging kunnen volgens de Hoge Raad beschouwd worden als een inbreuk op het eigendomsrecht. Daarmee valt dergelijke hinder als onrechtmatig te beschouwen. Lekkerkerker kreeg dus zijn gelijk. Hinder is niet per definitie rechtmatig als deze afkomstig is van een bedrijf met een vergunning.
Rechtsregel
Hinder die iemand ondervindt in het genot van zijn eigendom moet beschouwd worden als een inbreuk op diens eigendomsrecht.