Verbintenissenrecht – Dierenartsenmaatschap ECLI:NL:HR:2011:BQ3876, NJ 2012/75
Datum: 2 september 2011
Rechtbankniveau: Hoge Raad
Rechtsgebied: Verbintenissenrecht
Wetsartikelen: Art. 7A:1655 Bw
Casus
Een groep dierenartsen is na een samenwerking in de vorm van een arbeidsrelatie gaan samenwerken in een samenwerkingsverband waarbij winst aan allen werd uitgekeerd. Een aantal andere dierenartsen is later toegetreden tot het samenwerkingsverband. In de overeenkomst werd gesproken over een ‘maatschap’.
Rechtsvraag
Kan het samenwerkingsverband in casu worden gekwalificeerd als een maatschap in de zin van art. 7A:1655 BW, ondanks dat er geen sprake is van een schriftelijke overeenkomst?
Overweging
De Hoge Raad oordeelt dat er sprake kan zijn van een overeenkomst zonder dat dit schriftelijk is vastgelegd. Uit de feitelijke situatie die heerste tussen de partijen kan worden afgeleid dat er sprake is van een (stilzwijgende) maatschap. Dit is te beoordelen aan de hand van de omstandigheden van het geval.
Rechtsregel
Indien er geen sprake is van een schriftelijk contract of een ander soort overeenkomst, kan het toch zo zijn dat er sprake is van een maatschap na verloop van tijd. Soms is hiervan sprake door de feitelijke situatie waarin partijen zich bevinden.