Strafrecht – Aanmerkelijke kans ECLI:NL:HR:1985:AC8716
Datum: 19 februari 1985
Rechtbankniveau: Hoge Raad
Rechtsgebied: Strafrecht
Wetsartikelen: /
Casus
Een verdachte wordt in deze zaak vervolgd voor het opzettelijk invoeren van heroïne. De verdachte beroept zich op het ontbreken van opzet. De verdachte vliegt naar Amsterdam met twee nieuwe koffers die hij, naar eigen zeggen, heeft geleend van een man. De koffers zijn voorzien van een dubbele bodem waarin drugs zitten.
Rechtsvraag
Is hier sprake van opzet?
De rechtbank
De rechtbank stelt vast dat de koffers een abnormaal hoog gewicht en opvallend dikke bodems en deksels hebben. Zij achten het onaannemelijk dat de verdachte dit niet heeft opgemerkt.
Hoge Raad
Volgens de Hoge Raad heeft de verdachte zich, door de koffers niet aan een nader onderzoek te onderwerpen, ondanks deze wetenschap (stelling rechtbank), willens en wetens blootgesteld aan de aanmerkelijke kans dat in beide koffers verdovende middelen waren verborgen. Daarmee acht de Hoge Raad het (voorwaardelijk) opzet gegeven.