Strafrecht – Zeeuwse motorrijder ECLI:NL:HR:1996:ZD0502

  • Datum: 25 juni 1996

  • Rechtbankniveau: Hoge Raad

  • Rechtsgebied: Strafrecht

  • Wetsartikelen: /

Casus

Marti Peter D. reed op 30 april 1994 met een snelheid van meer dan 100 km/u op een door hem bestuurde motorfiets binnen de bebouwde kom van Middelburg. Hij vloog vervolgens uit de bocht en heeft daarmee een ernstig verkeersongeval veroorzaakt. De ouders van het meisje dat bij dit ongeluk overleden is, willen Marti Peter D. niet dagvaarden op grond van art. 287 Sr. (doodslag), maar op grond van het (lichtere) misdrijf van art. 36 WVW (wegenverkeerswet) subsidiair verkeersovertredingen.

Rechtsvraag

Is het voor belanghebbenden mogelijk om de beslissing van de officier van justitie (OvJ), die inhoudt dat vervolging gestaakt wordt, te laten toetsen door de rechter?

Hof

Het hof heeft geoordeeld dat de ouders van het overleden meisje niet ontvankelijk zijn, omdat het OM (Openbaar Ministerie) de dagvaarding aan Marti Peter D. heeft ingetrokken. Aan een inhoudelijke beoordeling van de vraag of een vervolging ter zake van doodslag kans van slagen heeft, komt het hof in casu dan ook niet toe.

Hoge Raad

Uitsluitend het OM is bevoegd om te beslissen of een vervolging wordt voortgezet of gestaakt. Dit stelsel kan voor belanghebbenden echter bezwaren opleveren. Art. 12 Sv kent aan de rechtstreeks belanghebbenden de bevoegdheid toe om, indien een strafbaar feit niet wordt vervolgd of de vervolging niet wordt voortgezet, daarover beklag te doen bij het in dat artikel nader aangeduide gerechtshof. Vervolgingsbeslissingen van het OM kunnen op die manier aan rechterlijke controle onderworpen worden. Het is dus onvoldoende als het hof slechts onderzoekt of het OM een vervolging in wil stellen of het voorbereidend onderzoek voort wil zetten.

Het behoort echter tot de taak van het hof om te beoordelen ter zake van welke wettelijke strafbaarstelling de vervolging had moeten worden ingesteld. Het hof heeft dan ook de mogelijkheid om de beslissing van de officier van justitie (OvJ) in volle omvang te toetsen.
De bestreden beschikking, die het niet verder vervolgen inhoudt, kan wegens schending van het recht niet in stand blijven. De Hoge Raad vernietigt de beschikking.