Strafrecht – Ijzerdraad NJ 1954, 378

  • Datum:  23 februari 1954

  • Rechtbankniveau: Hoge Raad

  • Rechtsgebied: Strafrecht

  • Wetsartikelen: /

Feiten

Het arrest speelde in 1954. Er heerste toen een grote schaarste aan allerlei dingen, waaronder ijzerdraad. Dit leidde ertoe dat je voor de export van ijzerdraad een vergunning nodig had. Op het aanvraagformulier moest je aangeven uit welk land het ijzerdraad afkomstig was. De eigenaar van een klein exportbedrijf werd vervolgd wegens overtreding van het Deviezenbesluit 1945. Hij zou opzettelijk valse gegevens hebben ingevuld ten behoeve van zijn export bedrijf via een werknemer. Het vals ingevulde formulier had hij verstuurd naar de Dienst in- en uitvoer en met de vals verkregen vergunning had hij ijzerdraad uitgevoerd. De exportmanager had het formulier valselijk ingevuld, maar de eigenaar werd vervolgd.

Rechtsvraag

Kunnen de fysieke gedragingen van de exportmanager worden aangemerkt als gedragingen van de eigenaar?

Oordeel lagere rechters

De rechtbank overweegt dat in de gegeven omstandigheden de gedragingen van de werknemer moeten worden gezien als de gedragingen van de werkgever.

Oordeel Hoge Raad

De Hoge Raad heeft een tweetal criteria geformuleerd op grond waarvan moet worden bepaald of gedragingen kunnen worden aangemerkt als gedragingen van de verdachte, wanneer de verdachte de gedragingen niet eigenhandig fysiek heeft uitgevoerd.
De volgende criteria staan bekend als de ‘IJzerdraadcriteria’:

Is de verdachte bevoegd om in te grijpen?
Aanvaardde de verdachte dat de desbetreffende of soortgelijke handelingen in zijn bedrijf plaatsvonden?

De IJzerdraadcriteria kunnen worden toegepast of een natuurlijk persoon strafrechtelijk vervolgd kan worden als hij de fysieke gedraging niet zelf heeft uitgevoerd. Ze zijn niet van toepassing om de strafrechtelijke aansprakelijkheid van rechtspersonen te bepalen.