Strafrecht – Horen Getuigen, NJ 2014 441

  • Datum: 1 juli 2014

  • Rechtbankniveau: Hoge Raad

  • Rechtsgebied: Strafrecht

  • Wetsartikelen: /

Casus

In deze zaak ging het om het oproepen van getuigen door verdachte en het OM. Deze partijen beschikken volgens het Wetboek van Strafvordering beide over deze bevoegdheid. Over de wijze waarop dat dient te geschieden bestond vooralsnog onduidelijkheid. In deze zaak zet de Hoge Raad daarom de wettelijke regels uiteen voor het oproepen en horen van getuigen op verzoek van de verdachte of diens raadsman. De regeling omtrent het oproepen en horen van getuigen die door het OM naar voren is gebracht, wordt door de Hoge Raad in dit arrest achterwege gelaten. Verder gaat de Hoge Raad bij het formuleren van deze jurisprudentiële hoofdregel uit van gewone strafzaken en gaat derhalve voorbij aan eventuele afwijkende regelingen.

Rechtsvraag

Welke mogelijkheden bestaan er voor de verdediging om gebruik te maken van getuigen bij het onderzoek ter terechtzitting?

Hoge Raad

Eerst zet de Hoge Raad de relevante artikelen uiteen. Voor het oproepen van getuigen door het OM zijn de artikelen 260 Sv en 264 Sv relevant. Ook de andere relevante artikelen, voor bijvoorbeeld de voorzitter of voor de rechter in hoger beroep, worden door de Hoge Raad uiteengezet. Vervolgens overweegt de Hoge Raad dat de verdachte in beginsel over het recht beschikt om ter terechtzitting alle getuigen te doen horen wier verhoor hij voor zijn verdediging noodzakelijk acht. Een verdachte kan bijvoorbeeld zelf getuigen meenemen naar het onderzoek ter terechtzitting. Voor de rest is de verdachte eigenlijk aangewezen op het OM. Het is namelijk diens taak om getuigen op te roepen. Het OM kan echter ook weigeren de getuigen op te roepen waar verdachte om heeft verzocht.
De verdachte kan hierover nog wel het oordeel van de rechter inroepen. Volgens de Hoge Raad betekent dit wel dat er door het OM terughoudend gebruik dient te worden gemaakt van de bevoegdheid om het verzoek tot oproeping van getuigen door de verdachte af te wijzen. Bovendien dient dit, als er toch sprake blijkt te zijn van afwijzing van dit verzoek, door het OM voldoende te worden gemotiveerd. Kortom bestaan er voor de verdachte de volgende mogelijkheden tot het oproepen van getuigen:

Het meebrengen van getuigen naar de terechtzitting;
Vóór de terechtzitting verzoeken om oproeping van getuigen;
Tijdens de terechtzitting verzoeken om de oproeping van getuigen. Dit wordt door de rechter toegekend indien het noodzakelijk is dat deze getuigen worden gehoord.