Strafrecht – Geweer ECLI:NL:HR:1935:146

  • Datum: 2 december 1935

  • Rechtbankniveau: Hoge Raad

  • Rechtsgebied: Strafrecht

  • Wetsartikelen: /

Casus

Een agent betreedt een kroeg om te controleren of de kroegeigenaar zich aan de Drankwet houdt. Als de agent een kast opent, treft hij daar een vuurwapen aan. De agent wil het vuurwapen in beslag nemen, maar dit wordt bemoeilijkt door de kroegeigenaar die het geweer probeert af te pakken. In cassatie stelt de kroegeigenaar dat de agent zijn controlebevoegdheid op grond van de Drankwet te buiten ging door het geweer in beslag te nemen.

Rechtsvraag

Mocht de agent het geweer in beslag nemen?

Hoge Raad

De Hoge Raad stelt dat de agent tijdens de rechtmatige uitoefening van zijn controlebevoegdheid het geweer ontdekte. Het is niet zo dat een agent bij de rechtmatige uitoefening van een bepaalde bevoegdheid zijn andere bevoegdheden verliest. Indien een agent tijdens de uitoefening van een bepaalde aan hem toegekende bevoegdheid wegens bepaalde feiten en omstandigheden het redelijke vermoeden krijgt dat een strafbaar feit wordt begaan, mag hij de aan hem toegekende opsporingsbevoegdheden uitvoeren. De Hoge Raad noemt dit voortgezette toepassing van bevoegdheden. De agent mocht het geweer dus in beslag nemen, ook al wat hij eigenlijk bezig met controleren of de Drankwet werd nageleefd. Het bestreden arrest wordt vernietigd en verwezen naar een aangrenzend Gerechtshof om het hoger beroep opnieuw te berechten en af te doen.

Rechtsregel

Gedurende een controle mag een opsporingsambtenaar gebruik maken van een voortgezette toepassing van bevoegdheden.