Staatsrecht – Urgenda ECLI:NL:HR:2019:2006

  • Datum: 20 december 2019

  • Rechtbankniveau: Hoge Raad

  • Rechtsgebied: Staatsrecht

  • Wetsartikelen: Art. 2 en 8 EVRM

Casus

De stichting Urgenda is een stichting die zich bezighoudt met het voorkomen van klimaatverandering. De stichting houdt zich ook bezig met CO2-emissie. De Nederlandse staat heeft aangegeven dat de CO2-emissie in 2020 zal worden gereduceerd met 14% tot 17% vergeleken met 1990. Urgenda is het niet eens met deze reductie, de stichting vordert dan ook van de Staat dat er met 40%, minimaal 25%, wordt gereduceerd ten opzichte van 1990. Urgenda doet een beroep op art. 2 EVRM, te weten het recht op leven, en op art. 8 EVRM, te weten het recht op ‘family life’.

Rechtsvraag

Kan de rechter de staat verplichten om maatregelen te nemen op grond van art. 2 en 8 EVRM?

Overweging

De Hoge Raad oordeelt dat hetgeen het Gerechtshof heeft besloten in stand blijft. Dit betekent dat de Nederlandse Staat verplicht is om de CO2-emissie in 2020 te reduceren met minimaal 25%. Volgens de Hoge Raad mag de rechter de Staat hiertoe verplichten op grond van art. 2 en 8 EVRM, omdat de klimaatverandering nadelige gevolgen kan hebben voor de inwonenden van Nederland. De verplichting tot het reduceren, betekent niet dat de rechter invulling geeft aan de maatregelen. Dit zal de staat zelf moeten doen.