Staatsrecht – Emmense Baliekluivers NJ 1952, 365

  • Datum: 4 maart 1952

  • Rechtbankniveau: Hoge Raad

  • Rechtsgebied: Staatsrecht

  • Wetsartikelen: /

De feiten

Dit arrest van de Hoge Raad gaat over of een Algemeen Plaatselijke Verordening (APV) van de Gemeente Emmen in strijd is met een hogere regelgeving. De gemeenteraad van Emmen had in 1952 een Algemeen Plaatselijke Verordening (APV) ingesteld om zonder noodzaak stil te blijven staan bij een brug tegen te gaan. De gemeenteraad wilde optreden tegen vandalisme. Er werd aangevoerd dat deze regeling in strijd was met artikel 40 lid 4 van het Wegenverkeersreglement. Dit artikel betreft het verbod voor voetgangers om stil te blijven staan op kruisingen en splitsingen van wegen en bruggen. Kantonrechter zag dit argument als gegrond en ontsloeg de overtreder. De Hoge Raad was het hier echter niet mee eens en oordeelde dat het wegenverkeersreglement voorzag in verkeersveiligheid en de APV vandalisme wilde tegengaan. Daarmee waren de twee reglementen inherent verschillend in doelstelling. De APV kan daarom naast het Wegenverkeersreglement blijven staan.

Rechtsvraag

Is de APV van gemeente Emmen betreffende een verbod op het nodeloos rondhangen op bruggen om vandalisme te voorkomen in strijd met het Wegenverkeersreglement dat voorziet in verkeersveiligheid?

Rechtsregel

De APV van de gemeente Emmen betreffende het nodeloos stilstaan op een brug, voorziet in een ander belang en doelstelling dan het Wegenverkeersreglement. Van belang is de doelstelling van de twee regelgevingen. De APV en het wegenverkeersreglement kunnen naast elkaar bestaan.