Publiekrecht – Sinterklaasintocht ECLI:NL:RVS:2014:4117

  • Datum: 12 november 2014

  • Rechtbankniveau: ABRvS

  • Rechtsgebied: Publiekrecht

  • Wetsartikelen: Art. 6 en 9 Gw

Feiten

De burgemeester van de gemeente Amsterdam heeft een evenementenvergunning verleent op 13 augustus 2013 aan de Stichting Sinterklaas Intocht Amsterdam voor het organiseren van de jaarlijkse Sinterklaasintocht. In reactie hierop hebben omstreeks twintig burgers bezwaar gemaakt.

Rechtsvraag

Moet een burgemeester een aanvraag verder toetsen dan aan de eisen van de openbare orde en veiligheid, wetende dat hij of zij dan een oordeel velt over zwarte piet?

Overweging

De afdeling komt door meerdere overwegingen tot hun besluit. Zo gaat de afdeling in op het feit dat er op grond van de artikelen 6 tot en met 9 Gw enkel beperkingen op betogingen mag worden gelegd in verband met niet-inhoudelijke overwegingen. Tevens is er een limitatief aantal redenen waarom de burgemeester dit soort event zou mogen weigeren. Ondanks het oordeel van de rechtbank, waarin zij aangaf dat ondanks de limitatieve opsomming de hogere regeling wel in de weg konden staan van het verlenen van de vergunning, beoordeelt de afdeling dat er in casu niet genoeg gegronde vrees is voor ernstige ongeregeldheden om de vergunning te kunnen weigeren. De afdeling is het dus niet eens met de rechtbank, verklaart de hoger beroepen van de burgemeester en de Stichting Pietengilde gegrond en vernietigt de bestreden uitspraak.

Rechtsregel

De afdeling meent dat de burgemeester juist heeft gehandeld door het besluit niet verder te toetsen dan de eisen voor de openbare orde en veiligheid. Een burgemeester is dus niet bevoegd om een inhoudelijk oordeel te vellen over de vraag of het vertonen van zwarte pieten bij de intocht in strijd zou zijn met artikel 8 EVRM of artikel 1 Gw.