Privaatrecht – Zeug Geel 113 (Bardoel Swinkels) ECLI:NL:PHR:1984:AG4766

  • Datum: 24 februari 1984

  • Rechtbankniveau: Hoge Raad

  • Rechtsgebied: Privaatrecht

  • Wetsartikelen: Art. 6:179 BW

Casus

Bardoel en Swinkels zijn boeren die varkens houden. In dit arrest komt op een dag een besmet varken van boer Swinkels terecht in de varkensstal van Bardoel. Deze zeug was echter besmet en heeft deze ziekte overgedragen aan de varkens van Bardoel. Het is niet bekend hoe het dier in de stal terecht is gekomen. Bardoel spreekt Swinkels derhalve aan tot vergoeding van de schade wegens het feit dat de besmette zeug van Swinkels was.

Rechtsvraag

Moet Swinkels de schade aan Bardoel vergoeden?

Hoge Raad

De Hoge Raad oordeelt het volgende: “de aansprakelijkheid uit dit artikel gaat niet zo ver dat zij ook bestaat in het geval van gedragingen van het dier, voor de gevolgen waarvan de eigenaar, zelfs indien hij die gedragingen in zijn macht zou hebben gehad en aldus bewust zou hebben toegelaten, niettemin naar de gewone regels betreffende onrechtmatige daad niet aansprakelijk zou zijn geweest.” In dit geval is Swinkels niet aansprakelijk, omdat Swinkels niet bewust de varkens van Bardoel in contact heeft laten komen met zijn varkens. Was dit wel het geval geweest, dan zou hij van de besmetting slechts uit onrechtmatige daad aansprakelijk zijn geweest indien hij het besmettingsgevaar kende of had behoren te kennen en hij met het oog daarop het contact had behoren te voorkomen.

Rechtsregel

De kwalitatieve aansprakelijkheid voor dieren is geregeld in artikel 6:179 BW. In dit artikel is de bezitter van een dier aansprakelijk voor de door het dier aangerichte schade, tenzij de aansprakelijkheid op grond van de vorige afdeling zou hebben ontbroken, indien hij de gedraging van het dier waardoor de schade werd toegebracht in zijn macht zou hebben gehad (tenzij-regel) en bij het ontbreken van relativiteit, het beroep op een rechtvaardigingsgrond of overmacht.