Privaatrecht – Baris/ Riezenkamp ECLI:NL:HR:1957:AG2023

  • Datum: 15 november 1957

  • Rechtbankniveau: Hoge Raad

  • Rechtsgebied: Privaatrecht

  • Wetsartikelen: Art. 6:228 BW

Casus

Riezenkamp heeft bij Baris onderdelen voor rijwielmotoren besteld. Baris gaf aan bij Riezenkamp dat de kostprijs niet meer dan 135 gulden per stuk was. Op basis hiervan ging Riezenkamp akkoord en sloten zij een overeenkomst. Achteraf is gebleken dat de kostprijs minstens 230 gulden per onderdeel zouden zijn. Riezenkamp weigert het te betalen bedrag aan Baris te voldoen, omdat dit niet was wat partijen waren overeengekomen. Baris vordert ontbinding van de overeenkomst. Riezenkamp stelt dat er nooit een overeenkomst tot stand is gekomen omdat er sprake is van dwaling.

Rechtsvraag

Kan Riezenkamp hier een geslaagd beroep op dwaling doen?

Rechtsregel

Door in onderhandeling te treden over het sluiten van een overeenkomst komen partijen tegenover elkaar te staan in een bijzondere, door de goede trouw beheerste rechtsverhouding, mede brengende dat zij hun gedrag moeten laten bepalen door de goede gerechtvaardigde belangen van de wederpartij.

Rechtsoverwegingen

De wet vereist niet expliciet dat voor een geslaagd beroep op dwaling vast moet komen te staan dat de dwaling verschoonbaar is. Redelijkheid en billijkheid brengen echter met zich mee dat partijen met elkaars belangen rekening moeten houden. In beginsel berust er op beide partijen een onderzoeksplicht. In dit geval werd de onderzoeksplicht begrensd door de mededeling die door Baris was gedaan. Riezenkamp mocht op deze mededeling vertrouwen en heeft dus verschoonbaar gedwaald.