Internationaal recht – East Timor Case
Datum: 30 juni 1995
Rechtbankniveau: Internationaal Gerechtshof
Rechtsgebied: Internationaal recht
Wetsartikelen: Statuut IGH
Casus
Oost-Timor is een eiland in de buurt van Australië. Oost-Timor was een kolonie van portugal. Toen er oproer in het gebied was in 1975 hebben de portugese autoriteiten het gebied verlaten en stond het gebied onder gezag van indonesië. De veiligheidsraad besloot daarna dat de territoriale integriteit van Oost-Timor behoort te worden gerespecteerd en dat indonesië haar troepen uit Oost-Timor moet verwijderen. Dit gebeurde niet. Australië en Indonesië gingen in onderhandeling over de zeegrenzen. Ze kwamen tot overeenstemming en er zou een stuk zee tussen hun beide grenzen komen genaamd de ‘Timor Gap’. Australië erkende in 1978 Oost-Timor als deel van indonesië. In 1989 kwamen de twee landen tot overeenstemming dat de ‘Timor Gap’ voor hun beiden vatbaar zou zijn voor exploratie en de delving van bronnen. Hier werd een verdrag voor opgesteld welke van kracht werd in 1991.
Portugal is van mening dat Australië, met het onderhandelen en sluiten van het verdrag met indonesië, onrechtmatig heeft gehandeld. Portugal maakt een zaak aanhangig bij het Internationaal Gerechtshof (ICJ) welke overgaat op de vraag of zij jurisdictie heeft in deze zaak.
Rechtsvraag
Wanneer heeft het Internationaal Gerechtshof rechtsmacht?
Rechtsoverweging
Het Internationaal Gerechtshof brengt op dat het een fundamenteel onderdeel is van haar statuut dat staten, alvorens het Internationaal Gerechtshof over een zaak kan beslissen, hun toestemming moeten geven aan het Internationaal Gerechtshof. Om over de zaak te beslissen tussen Australië en Portugal moet het Internationaal Gerechtshof noodzakelijkerwijs oordelen over de wettigheid van het handelen van Indonesië. In dit geval vormen de rechten en verplichtingen van indonesië een dermate essentieel deel van de discussie dat het Internationaal Gerechtshof genoodzaakt is te oordelen dat zij over geen rechtsmacht beschikt in dit geschil, aangezien indonesië geen partij is of instemming heeft gegeven om het Internationaal Gerechtshof rechtsmacht te verlenen.
Rechtsregel
Wanneer een derde partij deel is van een geschil, welke niet de rechtsmacht van het Internationaal Gerechtshof heeft erkend, kan het niet oordelen over de zaak als de rechten en plichten van de derde partij van essentieel belang zijn voor de beslissing van het Internationaal Gerechtshof.