Bestuursrecht – Verfbommetje ECLI:NL:HR:2005:AR7262
Datum: 19 april 2005
Rechtbankniveau: Hoge Raad
Rechtsgebied: Bestuursrecht
Wetsartikelen: Art. 111 WvSr jo. Art 112 WvSr jo. Art. 10 EVRM
Casus
Wanneer (toendertijd) prins Willem Alexander en zijn vrouw prinses Maxima in de koets reden werd er een zakje verf gegooid naar de koets. De dader beriep zich op het recht van meningsuiting (art. 10 EVRM)
Rechtsvraag
Is hier sprake van een meningsuiting in de zin van art. 10 EVRM?
Rechtsoverweging
“Een gedraging, ook al is die gestoeld op een bepaalde overtuiging, kan immers niet worden aangemerkt als een door genoemde verdragsbepaling te beschermen meningsuiting, indien niet kenbaar is dat de gedraging moet worden begrepen als een deelname aan enig debat over het onderwerp waarop die overtuiging ziet. Het gooien van een verfbom kan niet worden beschouwd als een dergelijke deelname aan het debat.”, aldus de Hoge Raad.
Rechtsregel
Om te spreken van een meningsuiting in de zin van art. 10 EVRM moet er sprake zijn van een deelname aan enig openbaar debat.